Op Prinsjesdag biedt de minister van Financiën de Rijksbegroting aan de Tweede Kamer aan. Samen met de Miljoenennota en het Belastingplan. De Rijksbegroting is een bundeling van de begrotingen van alle ministeries. Per ministerie is uitgewerkt wat de verwachte uitgaven zijn. Inspecteurs Prya Dewkinandan, Christel de Lange en Tanja Koeckhoven houden vanuit het ministerie van Financiën toezicht op deze begrotingen.
Hoeveel de ministeries krijgen, lees je in de Rijksbegroting
Christel de Lange
Senior inspecteur bij de Inspectie der Rijksfinanciën (IRF) - Ministerie van Financiën
Prya Dewkinandan
Junior inspecteur bij de Inspectie der Rijksfinanciën (IRF) - Ministerie van Financiën
Tanja Koeckhoven
Junior inspecteur en begrotingscoördinator bij de Inspectie der Rijksfinanciën (IRF) - Ministerie van Financiën
Rijksbegroting start in voorjaar
Voor de Inspectie der Rijksfinanciën (IRF), een directie binnen het ministerie van Financiën, starten de werkzaamheden voor Prinsjesdag in het voorjaar. IRF is het deel van het ministerie van Financiën dat toezicht houdt op de uitvoering, voorbereiding en verantwoording van de begrotingen van alle ministeries. Er werken zo’n 60 mensen verdeeld over 6 secties. Elke sectie heeft 1 of meerdere ministeries onder zich. Zo werkt Prya voor de sectie waarvan het ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK) onderdeel is, Christel voor de sectie Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties (BZK) en Tanja voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW).
Beleidsvoorstellen komen binnen
De inspecteurs houden toezicht op de uitvoering van de begrotingen. Die controle gaat dus over het lopende jaar. Zijn de uitgaven in lijn met de begroting? Daarnaast is de IRF dus betrokken bij de voorbereiding van de begroting van het volgende jaar. Al die toetsingen – zowel van het voorgaande, lopende als volgende jaar - hangen samen. Christel: ‘In december en januari denken de ministeries zelf na over hun beleid voor het jaar erna: wat vinden ze belangrijk, welke ontwikkelingen zijn er, waar willen ze geld aan besteden? Daarna dienen ze hun beleidsvoorstellen in waarvoor budget nodig is.’
‘Ministeries moeten zo veel mogelijk hun eigen broek ophouden’
Christel de Lange
IRF toetst voorstellen
Prya: ‘In het voorjaar geeft het ministerie EZK aan wat nodig is om bestaand of nieuw beleid uit te voeren. Daarbij zet EZK op papier waar de tegenvallers in het budget zitten en wat de mogelijkheden zijn om die op te lossen. Wij toetsen deze voorstellen maar signaleren ook dat er voor sommige zaken geen extra budget is. Het ministerie moet dit dan zelf dekken binnen de begroting. Tijdens de voorjaarsonderhandelingen overleggen wij hierover met directie Financieel-Economische Zaken (FEZ). We bereiden het overleg voor tussen onze directeur-generaal Rijksbegroting en de secretaris-generaal van EZK. De geschilpunten die dan overblijven, worden besproken door onze minister van Financiën en de minister en de staatssecretaris van EZK.’
Discussiëren over begroting
Christel werkt dus voor de sectie BZK, waar ook de decentrale overheden – provincies en gemeenten - onder vallen. Zij ontvangen ieder jaar geld vanuit het gemeentefonds en provinciefonds om hun wettelijke taken uit te voeren. Samen met BZK is het ministerie van Financiën fondsbeheerder. Zij discussiëren in aanloop naar de Rijksbegroting over actuele kwesties voor gemeentes en provincies. Christel: ‘Hebben gemeenten en provincies volgend jaar voldoende geld om hun taken uit te voeren? Is er wel politiek draagvlak voor dit budget? Zijn er bijzondere ontwikkelingen, binnen de jeugdzorg bijvoorbeeld?’ Als de Rijksoverheid meer uitgeeft, krijgen decentrale overheden meer budget, geeft de Rijksoverheid minder uit, dan neemt ook het budget van gemeenten en provincies af. ‘Politiek is dit een belangrijk onderwerp van discussie, hier adviseer ik de minister ook over.’
Advies aan minister
Na de intensieve checks adviseren de inspecteurs van IRF de minister van Financiën of hij wel of niet budget moet vrijstellen voor het betreffende ministerie. Na diverse onderhandelingen tussen de ministers volgt de uiteindelijk deal. Komt er iets bij of wordt er juist bezuinigd? Christel: ‘Dat is de beleidsinhoudelijk spannende kant van ons werk. Als inspecteur ga je soms mee naar zo’n ministersoverleg om feiten en cijfers te leveren aan ‘jouw’ minister. Dat is ontzettend leuk. Bij de IRF werk je onafhankelijk en zijn je adviezen heel neutraal. Zo’n ministersoverleg geeft een kijkje in de keuken van de meer gekleurde, politieke discussie.’
‘Op het laatst doen we een finale cijfercheck: kloppen alle miljoenen’
Tanja Koeckhoven
Eerste begroting in juli
Ook Tanja schakelt het hele voorjaar met ‘haar’ ministerie SZW over de begroting. ‘In juli ligt er een 1e versie, een globaal beeld van welke punten ze in de begroting opnemen. Onze sectie checkt die hele begroting artikelsgewijs en we geven opmerkingen terug. Een maand later komt er een nieuwe versie. We zitten nu in de fase dat we een laatste cijfercheck doen. Kloppen alle miljoenen met wat wij in het systeem hebben staan? Dan is het fijn om met 2 schermen te werken, anders gaan al die cijfertjes draaien voor je ogen.’
Prinsjesdag en daarna
Eind augustus is de Rijksbegroting echt een feit. En na Prinsjesdag? Christel: ‘Dan is er weer tijd om ons bezig te houden met zaken met een minder strikte deadline.’ En de Najaarsnota komt in zicht. IRF checkt dan opnieuw de uitvoering van de begroting in het laatste stukje van het jaar.
Studie economie niet vereist
De 3 vrouwen zitten veel in de cijfers. Maar bij IRF ben je bovenal een belangrijke schakel in het politiek-bestuurlijke spel. Waar willen we als Rijk ons geld aan uitgeven en wordt dat begrote geld daadwerkelijk besteed? Prya is de enige econoom van de 3. Christel: ‘Ik heb een achtergrond in de wereldgodsdiensten en Hebreeuwse en Joodse studies. Niet bepaald een typische studie voor Financiën. Belangrijker is dat je het onderhandelingsspel begrijpt en logische vragen kunt stellen.’ Tanja deed bestuurskunde, maar er lopen ook historici rond bij de IRF. Tanja: ‘In het begin schrok ik wel een beetje van al die excelsheets, boekhoudprogramma’s en financiële termen. Nu geniet ik echt van het politiek-hectische werk. Wat ’s ochtends in de krant verschijnt, is bij ons al lang en breed voorbijgekomen.’