Werken bij OCW in coronatijd: ‘best bijzonder’

Na bijna 2 maanden lockdown openden op 11 mei 2020 de scholen in het basisonderwijs, speciaal (basis)onderwijs en de kinderopvang weer hun deuren. Een besluit waar heel wat bij komt kijken. Manon van de Ven, beleidsmedewerker primair onderwijs bij het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW), maakte deel uit van een speciaal team dat wekenlang aan de verschillende scenario’s werkte voor de heropening van het primair onderwijs.

Dit verhaal is gemaakt tijdens de coronacrisis toen de scholen in het voortgezet onderwijs nog niet open waren. Bekijk de actuele stand van zaken voor opvang en scholen.

Speciaal team

Het is de eerste week van april als Manon wordt gevraagd om deel te nemen aan een speciaal team binnen OCW. De scholen zijn dan al een tijdje dicht. Een unieke situatie, aldus Manon. ‘Sinds de oorlog is het niet meer voorgekomen dat scholen hun deuren moesten sluiten. Er bestonden dus ook geen protocollen of kaders die iets konden zeggen over de heropening van scholen. Daarom hebben we een speciaal team in het leven geroepen.’

Ministerie-overstijgend samenwerken

Het team bestaat uit 4 beleidsmakers van de directies primair onderwijs, voortgezet onderwijs, en kansengelijkheid en onderwijsondersteuning. Daarbij zijn ook nog 2 leden van het managementteam en de directeur primair onderwijs betrokken. Manon: ‘In de kern zijn we best een klein team, maar we werken met veel andere collega’s samen. Zowel binnen OCW, als OCW-overstijgend. Denk bijvoorbeeld aan het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid dat verantwoordelijk is voor de kinderopvang. Maar ook het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat denkt met ons mee over het reisvraagstuk van al die leerlingen en docenten die ineens weer naar school afreizen. Bij elk nieuw vraagstuk, haken weer andere collega’s aan; ook van andere ministeries. Dat maakt het voor mij persoonlijk best interessant, omdat ik in korte tijd veel nieuwe mensen ontmoet.’

‘Bij elk nieuw vraagstuk, haken weer andere collega’s aan; ook van andere ministeries’

Manon van de Ven in de hal van ministerie van OCW

Iedereen in vroeg stadium betrekken

Er veel contact met de onderwijspartners in het veld. In deze tijd waar soms snel een besluit moet worden genomen, is dat volgens Manon extra belangrijk. ‘Het is zaak om iedereen in een vroeg stadium te betrekken bij de verschillende scenario’s en besluiten. Hiermee voorkom je dat zaken over het hoofd worden gezien. Zo kregen we van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten een signaal binnen over kinderen die over de grens naar school gaan. Daar kunnen we dan actie op ondernemen.’ Ook denkt Manon dat het betrekken van alle partners invloed heeft op de manier waarop een besluit uiteindelijk wordt ontvangen. ‘Uit een peiling van de Algemene Vereniging Schoolleiders bleek bijvoorbeeld dat het merendeel van de schoolleiders positief was over de heropening van de scholen in het primair onderwijs. Je hoopt natuurlijk dat onze voorbereidingen daaraan hebben bijgedragen.’ Niet alleen de communicatie naar scholen toe is belangrijk, ook leraren, ouders en leerlingen moeten volgens Manon goed geïnformeerd worden. ‘Alleen zo creëer je draagvlak  voor de besluiten die we nemen. En dat moet heel secuur gebeuren.’

Er is druk van alle kanten

Dat Manon juist nu betrokken is bij de besluitvorming rondom scholen, voelt soms best een beetje bijzonder. ‘In de ochtend van maandag 11 mei, de eerste dag dat de scholen weer open waren, ging ik boodschappen doen, en toen zag ik al die kinderen weer het schoolplein oprennen. Ik weet nog dat ik dacht: 'Daar heb ik gewoon aan meegewerkt.' Dat maakt het harde werk binnen ons team het dubbel en dwars waard’, aldus Manon. Want het is niet altijd makkelijk om rekening te moeten houden met scholen, ouders, kinderen, en zoiets als de media. ‘Er is van alle kanten veel druk. En het is ingewikkeld om met iedereen rekening te houden. In eerste instantie is het advies vanuit het RIVM altijd leidend in onze besluitvorming, maar soms doet zich een situatie voor waar een andere keuze logischer is. Dat was bijvoorbeeld het geval toen een grote groep ouders en schoolleiders vond dat de scholen dicht moesten. Dat is uiteindelijk ook gebeurd. Niet op het advies van het RIVM, maar omdat steeds meer scholen te maken kregen met leraren en leerlingen die thuis moesten blijven omdat ze bijvoorbeeld verkouden waren.’

‘Toen ik de 1e dag dat de scholen weer open waren, de kinderen het schoolplein zag oprennen, dacht ik: Dat maakt het harde werk binnen ons team het dubbel en dwars waard’

Kinderen voetballen op een schoolplein

Voorbereidingen voortgezet onderwijs

Voor coronatijd was Manon met heel andere dingen bezig, zoals het wetsvoorstel over burgerschap, vrijheid van onderwijs en werkdruk onder docenten. Maar dat staat nu allemaal op een lager pitje. ‘We zijn in het team nu vooral bezig met de voorbereidingen rondom de heropening van het voortgezet onderwijs. Hoe kunnen we scholen het beste helpen bij de heropening en het organiseren van 1,5 meter afstand, hoe zorg je ervoor dat veilig reizen met het ov wordt gewaarborgd, en hoe ziet handhaving eruit? Dat zijn vragen waar we nu aan werken. Voor mij als beleidsmedewerker een interessant traject, omdat ik mij normaal gesproken voornamelijk bezighoud met het primair onderwijs.’

Bijzondere periode

Wanneer Manon haar oude werkzaamheden weer helemaal kan oppakken? ‘Dat weet niemand’, aldus Manon. ‘Uiteindelijk zijn we natuurlijk afhankelijk van hoe het virus zich verspreidt. Dat zal uiteindelijk ook iets zeggen over hoe lang dit team nog blijft bestaan.’ Een ding weet Manon in elk geval zeker. ‘Als de situatie weer onder controle is, kan ik terugkijken op een bijzondere periode in mijn werkende bestaan.’

Meer verhalen

Down icon Links icon Rechts icon Up icon Facebook icon Instagram icon Linkedin icon Linkedin icon Magnet.me icon Menu icon Search icon