Rijkswaterstaat wil daarom een actueel en betrouwbaar beeld hebben van de algenconcentraties in de Nederlandse kustwateren. Satellietbeelden van de Noordzee zijn al enige tijd beschikbaar en vormen een waardevolle informatiebron. Deze beelden geven echter pas écht inzicht als ze gekoppeld worden aan metingen van de werkelijke algenconcentratie op zee – zogenaamde in situ-metingen.
Het probleem: om satellietbeelden bruikbaar te maken, moet er een watermonster worden genomen op exact hetzelfde moment dat de satelliet overvliegt én het helder weer is (dus zonder wolken). In de praktijk blijkt dat lastig te plannen: het inzetten van schepen is kostbaar, en bewolking gooit vaak roet in het eten.
Rijkswaterstaat wil onderzoeken hoe deze drie voorwaarden – beschikbaar schip, satellietpassage, en helder weer – beter op elkaar afgestemd kunnen worden. Het doel: op een kosteneffectieve manier tot meer bruikbare meetmomenten komen.
Jouw opdracht
Tijdens deze stage onderzoek je hoe Rijkswaterstaat de beschikbaarheid van relevante algenmetingen kan vergroten en beter kan afstemmen op de beschikbare satellietbeelden. Je onderzoekt daarbij verschillende scenario’s: van samenwerking met andere schepen, tot inzet van alternatieve meetmethoden zoals sensoren of drones, en de voorspelbaarheid van bewolking.
De stage omvat de volgende onderdelen:
- Het in kaart brengen van relevante schepen of organisaties die mogelijk watermonsters kunnen nemen.
- Het onderzoeken van alternatieven voor bemonstering via schepen, zoals vaste sensoren of drones.
- Het verkennen hoe wolkenvorming voorspelbaar is en wat dit betekent voor meetplanning.
- Het ontwikkelen van een werkwijze of systeem om deze elementen (schepen, weer, satelliet) optimaal te combineren.
- Het adviseren over hoe Rijkswaterstaat dit kostenefficiënt kan organiseren.