Scholen helpen om het voortgezet onderwijs te verbeteren

Een school die zich weet te verbeteren en de kwaliteit van het onderwijs herstelt. Als dat gebeurt is Martijn Vroom, inspecteur voortgezet onderwijs bij de Inspectie van het Onderwijs, een blij mens. ‘Als ik zo’n school vervolgens een positief oordeel mag geven, is dat een bijzonder moment.’

Diepgang in gesprekken

Martijn werkte bij het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, eerst als woordvoerder en later als beleidsmedewerker. Sinds 2012 is hij inspecteur bij de inspectie. Bijzonder vindt Martijn dat hij bijdraagt aan een prettige samenleving waarin mensen kansen krijgen. ‘Toen ik een dag kon meelopen met een onderwijsinspecteur, dacht ik gelijk: wat een mooi vak. Ik was onder de indruk van de diepgang van de gesprekken met de scholen en besturen. Ik dacht dat je voor zo’n rol jarenlang schooldirecteur moest zijn geweest, en dat ik met mijn communicatieachtergrond niet in aanmerking kwam. Maar toen ik later een vacature las, zag ik dat mijn profiel prima aansloot.’

Luisteren en doorvragen

Volgens Martijn helpt een onderwijsachtergrond, maar dit is niet per se nodig. Daar is hij met zijn studie communicatie- en informatiewetenschappen een goed voorbeeld van. Wat wel belangrijk is? ‘Goed kunnen luisteren én kritisch kunnen doorvragen. Dat is echt essentieel. Daarnaast moet je duidelijke samenvattingen kunnen maken en helder kunnen schrijven. En het helpt als je niet bang bent voor de juridische kant van het werk. Bovendien is het fijn als je ook echt oog hebt voor de zaken die goed gaan; je moet ook waarderend kunnen zijn. En iedereen hier heeft een groot hart voor leerlingen en onderwijs.’

Ministerie van OCW

‘Toen ik een dag kon meelopen met een onderwijsinspecteur, dacht ik gelijk: wat een mooi vak. Ik was onder de indruk van de diepgang van de gesprekken met de scholen en besturen.'

Op locatie in gesprek

Elk onderzoek bereidt hij grondig voor. ‘Ik neem schoolresultaten, beleidsdocumenten en tevredenheidsonderzoeken door. Mijn voorlopige bevindingen daaruit verifieer ik op de onderzoeksdag zelf. Ongeveer de helft van mijn werktijd doe ik daadwerkelijk onderzoek. Ik ga dan, meestal samen met een collega-inspecteur, op locatie in gesprek met het schoolbestuur, de directeur, leraren en leerlingen. Als inspecteur zie je veel van het onderwijs in Nederland en ontmoet je allerlei mensen.’ Ook houden Martijn en zijn collega lesobservaties. ‘Daarna zorgen we voor verslaglegging en terugkoppeling in een feedbackgesprek.’

Meer en meer maatwerk

Bij alles wat de inspectie doet, is het onderzoekskader leidend. Dit kader is in 2022 vernieuwd. Een mooie ontwikkeling, vindt Martijn. ‘We zetten nu nadrukkelijker in op maatwerk. Ons toezicht stemmen we in toenemende mate af op de ontwikkelingen bij schoolbesturen en we spreken bestuurders extra aan op hun eigen verantwoordelijkheid. Als inspecteur ga ik dus nog intensiever in gesprek met schoolbesturen. Mijn oordeel wordt zo beter.’

Betekenisvol werk

Natuurlijk voert Martijn ook wel eens een slechtnieuwsgesprek. ‘Als we zien dat bepaalde zaken op een school beter moeten, geven we het bestuur de opdracht om te zorgen voor herstel. We vragen dan om een diepgaande analyse en om een gedegen plan van aanpak. Zo’n verbeterproces vraagt veel van de mensen op school. Maar gelukkig weten deze scholen vrijwel altijd de weg omhoog te vinden. Ik vind het mooi om te zien dat mijn werk dan echt het verschil kan maken en leerlingen bijvoorbeeld hun achterstanden wegwerken.’

Meer over de organisatie

Down icon Links icon Rechts icon Up icon Facebook icon Instagram icon Linkedin icon Linkedin icon Magnet.me icon Menu icon Search icon