Bijdrage aan de samenleving
‘Hoewel ik mijn vorige werk heel leuk vond, bleek geld daar toch de primaire drijfveer. Dat betekent dat je vaak naar de pijpen van je klanten danst. Ik miste het grotere plaatje: wat droeg ik nu bij aan de samenleving? Ik merkte dat dat niet goed was voor mijn motivatie. Werken bij de overheid sprak me ook aan vanwege de persoonlijke ontwikkeling die je er kunt doormaken. Ik geloof in een leven lang leren en bij de Rijksoverheid krijg je daar de kans voor.
Overstap
Ik startte mijn traineeship bij het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK). Daar werkte ik bij de directie Informatiseringsbeleid Rijk, die onder andere verantwoordelijk is voor de ontwikkeling van rijksbreed beleid en kaders voor het gebruik van ICT-voorzieningen. Als secretaris van de interdepartementale commissie van CIO’s (ICCIO) bereidde ik vergaderingen voor, bijvoorbeeld door te zorgen dat alle stukken compleet en helder zijn. Na 3 maanden vond ik het leuk om te merken dat het werk behoorlijk inhoudelijk is.
Na een jaar stapte ik over van informatiseringsbeleid bij BZK naar beleid op het terrein van media en creatieve industrie bij OCW. Een groot verschil. Gelukkig lagen er gelijk mooie klussen voor me klaar, zoals bijdragen aan de organisatie van een groot, internationaal cultuurcongres en de voorbereiding van een belangrijk debat over media.
Dicht op de actualiteit
Hiervoor werkte ik bij kleine bedrijfjes, dus de schaalgrootte van deze organisatie was helemaal nieuw voor mij. Ineens kom je in een gigantisch gebouw met allerlei cultuurverschillen tussen de verschillende afdelingen. Mijn afdeling is gelukkig redelijk informeel, en de nadruk ligt bij ons op het resultaat. Daarnaast moest ik wennen aan de bureaucratische en daardoor soms trage besluitvorming. Maar dat is ook logisch, omdat ons werk dicht op de actualiteit zit en politiek gevoelig kan zijn. Verantwoording is belangrijk. Dat maakt het juist zo interessant.’