Hoog op het lijstje
‘Ik leerde tijdens mijn studie Internationaal Land- en Waterbeheer in Wageningen al veel over wat Rijkswaterstaat doet. Mijn studie was onder meer gericht op waterkwaliteit en ik heb een brede interesse in milieu. Deze onderwerpen, gericht op de kwaliteit van de leefomgeving, worden steeds belangrijker in Europa en dus ook voor Rijkswaterstaat. Ik heb het gevoel dat ik het grootste verschil kan maken waar beleid, advies daarover, of plannen voor de uitvoering worden gemaakt. Daarom stond Rijkswaterstaat hoog op mijn lijstje. Toen ik op gesprek mocht komen voor het traineeship bleek dat mijn achtergrond relevant was.
Dicht bij mijn achtergrond
Tijdens het traineeship doe je 3 opdrachten van elk ongeveer een half jaar. Zo deed ik onderzoek naar de kennis die we binnen Rijkswaterstaat hebben op het gebied van aquatische ecosystemen en welke kennis nog ontbreekt. Ik sprak met kennisinstituten en organiseerde een workshop voor rijkswaterstaatmedewerkers om te achterhalen wat de belangrijkste kennisvragen zijn. Ook werkte ik mee aan het programma van het congres van het Nationaal Kennis- en Innovatieprogramma Water en Klimaat. De conferentie op 17 mei 2016 is voor wetenschappers, bedrijven en overheidsinstellingen die werk doen en kennis hebben over water en klimaat.
Naar China voor de waterkwaliteit
Voor mijn 2e opdracht ga ik 6 maanden naar Beijing, China. Vanaf de Nederlandse ambassade onderzoek ik waar kansen liggen voor Nederlandse bedrijven op het gebied van watertechnologie. De behoefte en bewustwording rond dit onderwerp neemt de komende jaren toe bij bedrijven in China. Chinese bedrijven mogen hun afvalwater namelijk niet zomaar lozen en de Chinese overheid heeft aangekondigd strenger te handhaven. Nederland heeft veel kennis op dit gebied, dus daarom kan ik daar namens Rijkswaterstaat aan bijdragen in Beijing.
Cultuurschok
Op dit moment bereid ik me voor op mijn tijd in Beijing. Ik heb bijvoorbeeld afspraken met Nederlandse bedrijven die zaken doen met China om te horen over hun ervaringen. En eenmaal daar ga ik ook naar Nederlandse bedrijven die daar gevestigd zijn. Voor mijn werk kan ik straks vragen of een tolk meegaat als dat nodig is. Dat is handig, maar ik heb ook zelf al een paar lessen Chinees gevolgd zodat ik straks in ieder geval een glas water kan bestellen en mezelf kan presenteren. Ik vind het heel leuk om daarmee bezig te zijn. Het scheelt dat ik al stage heb gelopen in Afrika en als kind heb ik ook in het buitenland gewoond. Al zal ik straks best een cultuurschok krijgen.’